13 april
Ze is geboren, de derde A. En kijk aan, nog geen 3 dagen later is er in Velp al een straat naar haar vernoemd. Daar hoeft zij geen voorvechtster in de vrouwenemancipatie voor te zijn, geen politica, geen succesvolle kleinkunstenares, geen “Simone de Bovoir”, ze hoeft er geen leuk meidenbandje met haar zusjes voor te vormen, wat op zich wel weer een geinig idee is. Nee, Ariane mag gewoon zijn wie ze is, voor haar eigen straatnamenbord. En dat is toch een prachtige gedachte.
Boeiend toch weer, zoveel heisa om dat koningshuis. Ik volg het allemaal. Vooral omdat we met zoveel prinsesjes in een droomwereld terechtkomen en daar begeef ik me graag in. Ik steek m'n kop met alle liefde in het zand en ontloop zoveel mogelijk al het leed om mij heen en verderop. Doordat ik in de sociale sector werk, ziet mijn omgeving mij wel als een sociaal mens, dat is een meevaller. “Het lijkt me zo'n zwaar werk…” Pfff, je had me met Pasen moeten zien. Hangend in de bank, luierend in de zon, het eten van chocolade-eitjes, genieten van een Paasbrunch, nog meer chocolade-eitjes. En om mij heen, 6 lieve kindertjes, die net zo genoten als ik. Er was even een kleine opstand, want het suprise-ei met 10 euro werd niet gevonden. Daar had ik ze dan toch zwaar in de maling, maar je moet toch wat, als ze weigeren mee te werken aan het leukste onderdeel van het feest. Wat het soms zwaar maakt zijn de DVD's van BZN en Jan Smit, die af en toe gekeken moeten worden en uiteraard ook beluisterd, want een “Jongens, mag anders het geluid niet af?” daar trappen ze dan net weer niet in. En ach, voor dit soort momenten krijg ik regelmatig mijn onregelmatigheidstoeslag uitbetaald. Maar ja, ik heb er nu een nieuw tijdelijk baantje bij en begeef mij zo maar in andere situaties.
Zo ontmoette ik van de week Jason. Een half uurtje daarvoor reed ik het terrein van een grote inrichting op. Voordat ik daar ben, waar ik moet zijn, ben ik door lange, met TL-verlichte gangen gelopen, heb ik een aantal enorme sleutelbossen ontmoet, moest ik op bellen drukken en op deuren kloppen en zie ik grote woonruimtes, met heel veel mensen. Jason, een manneke van 9, had nog even geen tijd voor mij, want het was woensdagmiddag en dan krijgt hij zijn wekelijkse euro zakgeld, waarmee eerst iets gekocht moest worden in het winkeltje op het terrein. Als hij terugkomt neemt hij mij mee naar zijn kamertje, waar het nog naar verf ruikt. Eén van de muren is half afgeschilderd, maar hij weet niet wanneer het wordt afgemaakt. Ik begin met mijn gesprekje, maar al snel gaat het al niet meer daar over, waar het eigenlijk over hoort te gaan. Alle Suskes en Wiskes worden uit de kast gerukt en “Spokenjagers” blijkt onzer beide favoriet te zijn. Zijn pas gekochte rol rang, wordt uit de doeken gedaan en 1 voor 1 worden de snoepjes op een rijtje op bed gelegd. Ik ruk al mijn professie uit de kast en probeer zo onopvallend mogelijk nog wat vragen door te nemen. Dit gaat niet lukken, hij biedt mij 4 snoepjes aan. “Nee lieverd, hou ze maar zelf. Deze mevrouw heeft genoeg euro's in haar portemonnee om straks helemaal loos te gaan, in het eerste het beste tankstation". Ik zing voor hem de reclameslogans “Redband… als je voor pret bent” en de oh zo oude klassieker “Rang is alleen, rang is alleen, rang als er rang op staat… RANG!” Vol verwondering kijkt hij me aan. Dan trekt hij me mee naar de kamer naast hem. “Dit is het rustkamertje”. Wij als grote mensen noemen het gewoon een isoleercel. Terug in zijn kamer staat hij er op dat ik de 4 snoepjes meeneem. Met eentje neemt hij geen genoegen. Wat een kereltje, ik zou hem zo inpakken en meenemen naar huis. Maar ja, na 2 dagen zal dan wel duidelijk worden waarom het beter was van niet en brengt de cabaretière hem weer terug naar de inrichting, omdat ze nu echt weer tijd nodig heeft voor haarzelf. Hij heeft het zwaar gehad en god, wat zal hij het in zijn leven nog zwaar krijgen. Maar wat mij betreft mag de eerste de beste boulevard die opgeleverd wordt, naar hem vernoemd worden.