Pure Ernst Plotseling zag ik hem zitten, op een opklapstoeltje in de Jaarbeurshal in Utrecht, vorig weekend, hij keuvelde wat met een standhouder. Ik liep op hem af en hij herkende mij meteen. Natuurlijk, hij was degene die mij in mijn tienerjaren, iedere nacht in slaap zag vallen. En als hij in die tijd met zijn bandje optrad, was ik regelmatig aanwezig en knipoogde en glimlachte hij vanaf het podium naar me. Door mijn ouders was ik overgehaald, om mee te gaan naar Utrecht. Er was een beurs voor Indo's. Hij zou daar ook optreden en werd als lokkertje gebruikt. Helaas was dat aan het begin van de middag zodat ik zijn optreden miste. Gelukkig was er nu de tijd om bij te kletsen. Na wat gebruikelijke ditjes en kalfjes, vroeg hij fluisterend, met mijn nieuwsgierige ouders op de achtergrond, of ik het nog steeds wilde. Ik antwoordde: "Ernst, ik kan niet met je trouwen. We zijn teveel uit elkaar gegroeid en het leeftijdsverschil is nu te groot". De teleurstelling in zijn ogen was groot en 3 meter verderop viel mijn moeder, op dramatisch jaren 80 wijze, flauw. Ik vertelde hem van mijn plannen, om hem een rol te geven in het laatste nummer van mijn show, tijdens de finale van een groot festival. Hij zal op een onverwacht ogenblik het podium opkomen, zonder aankondiging, om een flitsende solo van 2 minuten op wasbord te geven, om daarna weer even snel weg te zijn. Het publiek in verwondering en vertwijfeling achterlatend. "Was het hem nou echt, of niet?" Hij reageerde enthousiast, maar vertelde dat hij de komende periode ook druk zou zijn, met de reünie van zijn bandje. "Jij komt toch ook wel? Bij de eerste reünie, in 2000 vond je het ook zo geweldig". "Uiteraard!" maar stiekem had ik mijn twijfels. We namen afscheid en spraken af elkaar weer te zien tijdens de reünie of in de finale. Tot slot zong hij zacht nog een klein liedje in mijn oor. "Al zijn die dagen nog zo grauw.. Ik weet het zeker als jij wou... Dan verfde jij de wolken blauw... Mijn ouders bleven nog wat hangen, maar ik moest verder. Toen ik de Jaarbeurshal verliet hoorde ik door de luidsprekers omroepen: "Bedankt mevrouw Simon, fijn dat u er was en nog een prettige dag". Vertederd keek ik achterom, waar Ernst me uit stond te zwaaien, achter hem zo'n pakweg 6000 wuivende mensen, waarna het integraal doorgalmde: "En droomt u vooral lekker verder, zoals u dat uw hele leven al doet!" Ik stapte in mijn auto en reed de harde werkelijkheid tegemoet. |