Een Bolderdijkje Afgelopen week keek ik op een vrije middag, heerlijk hangend vanuit de bank, naar een herhaling van “Het Gala van het Nederlandse Lied”. Altijd leuk. Tijdens het gala wordt een hoofdgast toegezongen door artiesten met zijn eigen liedjes. Dit maal was Peter Koelewijn de eregast en dat is dan weer beter dan die enge, gladde Borsato van vorig jaar. Ik hoop volgend jaar toch eens op een artiest die bij mij in de cd-kast staat. Alhoewel het schaamrood mij weer naar de kaken vliegt als ik denk aan die vriendin die tussen mijn cd'tjes stond te snuffelen en ik haar, terwijl ik koffie stond te zetten in alle verbazing vanuit de kamer hoor roepen: “Wat moet jij met Marco?” Dat is toch hetzelfde gevoel, als die keer dat mijn neefje uit mijn slaapkamer kwam zetten, waar ‘zijn' speelgoeddoos staat. In zijn handen hield hij mijn hysterisch roterende Tarzan. De euforie in zijn ogen was groot. Ik zag zijn creatieve brein op volle snelheid werken. “Als ik nu eens mijn Lego Bionicle met ehm… dit ding combineer, dan heb ik echt een vet coole mechanische Exoforce vechtmachine”. De visite, die op dat moment uiteraard volop aanwezig was, begon driftig te rinkelen met lepeltjes in kopjes en de laatste kruimels van schoteltjes te schuiven. Maar het Gala, met als eregast Bløf, de Dijk of iets anders leuks. Daar kan ik me op verheugen. Kaandorp moet nog even wachten, totdat ik er klaar voor ben om ook een liedje van haar, voor haar te mogen zingen, in Carré samen met het Metropole Orkest. Zijn we eindelijk op het punt waar ik wil zijn; het Metropole Orkest. Heb ik daar verdorie al weer wat ontboezemingen voor moeten doen. Ja, nou ja goed… welke vrouw heeft er tegenwoordig nu niet één onder bed verstopt? En dan bedoel ik uiteraard een dooie zanger. Maar het Metropole Orkest, ik vind het zo intrigerend. Ze duiken iedere keer weer op en het leidt zo af, want meestal begeleiden zij een artiest waar het dan om zou moeten gaan. Laatst nog Elvis Costello in de Heineken Music Hall. Ik zie violistes voorzichtig flirten met de artiest, terwijl je dat niet verwacht van zulke keurige dames. Ik zie Lex Bolderdijk, de gitarist met zijn antieke kapsel. Muzikale vrienden, van mijn favoriete feestbandje noemen een perfecte, gladde, over de top gitaarsolo een Bolderdijkje. Leuk om te weten. Ik zie enthousiaste gepassioneerde muzikanten, met als grote uitblinker die bijzonder grappige percusionist en ik zie mensen die bezig zijn hun geld te verdienen. Voor ons publiek, links zit achteraan in het orkest een meneer met een rare toeter. Google laat mij weten, dat zoiets een Franse Hoorn heet. Een grote grijze wolk drijft boven zijn hoofd, waarin met zwarte letters staat geschreven BURN OUT. Die man, die heeft het gehad, dat is duidelijk te zien. Met tegenzin vertrok hij die dag met zijn lunchtrommeltje naar zijn werk. Hij zoende mevrouw Franse Hoorn vluchtig en mompelde nog iets van: “We doen vandaag Costello, in Amsterdam, als ik het goed heb”. En nu zat hij wat verveeld om zich heen te kijken, blies op de momenten dat dat van hem verwacht werd en keek zo nu en dan op zijn horloge, waar de tijd kroop. Hij raakte geïrriteerd toen het een groot succes bleek te zijn en dat er nog een extra toegift moest komen en toen er halverwege het laatste nummer toch geen geluid meer van hem werd verwacht, pakte hij alvast zijn boeltje in. Gelukkig bedacht hij zich op tijd dat het zou opvallen, dus bleef nog even zitten tot de hoofdgast definitief en dan ook *zucht* eindelijk was vertrokken. Het liefst trek ik zo'n man van het podium af, om het van hem over te nemen. Maar ja, dan zit je daar met zo'n toeter en alleen heel hard blazen zal niet genoeg zijn. Maar de passie zal er van afspatten, maar nogmaals, dat zal niet genoeg zijn. Alhoewel, van de week had ik waarschijnlijk iets teveel tijd om televisie te kijken en zag in ‘Singing wishshs de stars' Hilbrand Nawijn vol overgave “Kom van dat dak af” zingen. Het mooie voor dit verhaal, de cirkel is rond. Maar dat is dan ook het enige.
|